De bevolking
Er is een groot verschil tussen de rijken en armen in India. Er is een rijke bovenlaag, die in grote huizen/paleizen woont, personeel in dienst heeft. Daarnaast is er een grote middenklasse: mensen die een goed inkomen hebben en beschikt over meer of minder noodzakelijke apparatuur en voorzieningen (auto/scooter, koelkast, computer).
Het grootste gedeelte van de inwoners is echter arm. Zij wonen in zeer eenvoudige huisjes/hutten of zelfs op straat. Voor hen is het een dagelijkse strijd in hun levensonderhoud te voorzien.
India wordt gerekend tot de ontwikkelingslanden met een laag gemiddeld inkomen. De Indiase overheid zelf schatte enkele jaren geleden dat gemiddeld 27,5% van de bevolking onder de armoedegrens leefde, wat neer kwam op ruim driehonderd miljoen mensen. Het verschil tussen de armoede in de landelijke gebieden en de armoede in de stedelijke gebieden is relatief gezien niet zo groot, ook al is het absolute aantal mensen dat in armoede leeft in de landelijke gebieden ruim tweeënhalve keer hoger. Ook is het zo dat het leven in de stedelijke gebieden duurder is, waardoor de armoedegrens daar anderhalf keer hoger is gelegd dan die in de landelijke gebieden.
Er bestaan grote verschillen in welvaart per staat. De staten rond de Ganges en die ter zuiden daarvan gelden als de armste gebieden van India. Het noordwesten, de noordoostelijke staten en het zuiden kennen de minste armoede.
Meer dan 60% van de bevolking werkt in de agrarische sector. De industrie breidt zich gestaag uit, hierbij geholpen door de lage lonen. De dienstensector is ook een sterke groeisector dankzij het hoge opleidingsniveau in India. Vooral de IT-sector is bloeiende. De Indiase economie is sinds het begin van de jaren '90 van de 20e eeuw geliberaliseerd. De Indiase economie is 9,2% gegroeid in 2006 en is de tweede snelste groeiende economie na China.