Het kastenstelsel

Een kastenstelsel is een eeuwenoud systeem dat mensen verdeelt in verschillende groepen.

Deze groepen hebben een bepaalde positie en rol in de maatschappij. Aan kasten zijn beroepen, rechten en plichten verbonden. Hoe mensen zich moeten gedragen, wat ze moeten eten, welke taal ze spreken, met wie ze trouwen en welk werk ze doen wordt in een kastenmaatschappij bepaald door de kaste waartoe iemand behoort.

Een belangrijk gegeven van een kastensysteem is dat kasten erfelijk zijn en voor ieder kind dus vóór de geboorte al wordt bepaald welke positie hij of zij zal hebben in de maatschappij. De volgende kasten worden onderscheiden: de priesterlijke en geleerde klasse; de strijders en de heersers;  de landbouwers en de handelaars;  de burgers en arbeiders. Onder de laatste categorie staat de groep onaanraakbaren, ook wel paria’s genoemd. Zij worden als kasteloos beschouwd.

De beroepsbarrières onder Indiase kasten zijn langzaam, onder economische druk, sinds de 19e eeuw vervaagd, maar het sociale onderscheid is meer blijvend. De houdingen ten opzichte van mensen uit de laagste kaste begonnen slechts vanaf 1930 onder de invloed van het onderwijs van Mahatma Gandhi te veranderen. Maar met name in de plattelandsgebieden is de weerstand, ook tegen deze verandering sterk.

 

In beeld